Archief

Het tegenovergestelde van valsspelen

23 jan 2018 | Tegenvallers

Ik betrap mezelf bij tennis regelmatig op het tegenovergestelde van valsspelen. Dan komt er een bal op mij af die waarschijnlijk uit zal gaan, maar sla ik hem voor de zekerheid toch terug, want als je eerst gaat kijken ben je daarna te laat. Vaak blijkt hij dan inderdaad uit te zijn, maar dat durf ik dan dus niet meer te roepen omdat ik al heb teruggeslagen. Ik wil vermijden dat de tegenstander denkt dat ik valsspeel.

Ik vind sowieso dat ik vaak iets te laat ben met ‘uit’ roepen, en dan durf ik niet meer ook al weet ik het zeker. Soms zeg ik dan helemaal niks en als ik in een assertieve bui ben zeg ik dat ik twijfelde en spelen we het punt over. En als een tegenstander echt slecht speelt en daar gefrustreerd over is wil ik ook nog wel eens een oogje toeknijpen. Op een gegeven moment is wat mij betreft elke bal in.

Nu gaf ik gisteren voor het eerst ook een bal van de tegenstander uit waarbij ik twijfelde of hij in of uit was, maar dat was omdat daarvoor al zo vaak dat andere was gebeurd dat ik daar een beetje voor probeerde te compenseren. Dat voelde ook helemaal niet goed. Toen was ik wel heel blij dat ik die game alsnog niet won, maar ik mocht hem ook weer niet expres verliezen van mezelf.

Het fijnst vind ik het altijd als de tegenstander in het begin van de wedstrijd verwacht dat zijn bal uit is, en ik dan ‘Nee hoor, die was in!’ kan roepen. Omdat ie ook echt in was. Dan heb ik dus een wijziging in zijn voordeel doorgegeven, zodat ik mijn ‘niet-valsspeel-bewijs’ heb geleverd en kunnen we daarna gewoon gaan tennissen.

Archief