Janneke heeft hoge verwachtingen, van zichzelf én van het leven. Hoe dat elke keer weer tegenvalt, lees je hier.

Archief

Verzuren

Dat ik het schilderen inmiddels echt spuug- en spuugzat ben. De regen gooit steeds water in het eten en dan kunnen we niet verder, en zodra het dan eindelijk droog is heeft mijn vriend geen tijd en sta ik weer in mijn eentje op de steiger. En voorlopig is het alleen maar schuren, en dan ook nog net boven mijn hoofd. Ik verzuur daar helemaal van, fysiek maar vooral ook mentaal.

Hommel

Dat er laatst een hommel op ons tuinhek zat waar het niet goed mee ging. Tenminste, dat leidde ik af uit het feit dat hij te lang bleef zitten voor een hommel. Als je me op de man af zou vragen wat de blijven-zit-tijd van gezonde hommels is, zou ik het niet weten, maar dit was echt te lang. Dat het me ook deed denken aan het lieveheersbeestje van een aantal weken ervoor, dat zat eerst ook gezellig op het hek, vlak bij de klink. In het begin deed ik nog extra voorzichtig als ik door het poortje ging, maar later vergat ik het en bleek hij door diezelfde klink te zijn geplet.

Hij zat helemaal plat op het hekje, alsof iemand er een educatieve sticker op geplakt had om aan kinderen, die inderdaad ongeveer die hoogte hebben met hun ogen (dat ligt er natuurlijk aan welke kinderen, maar ga even uit van het prototype kind), te laten zien wat een lieveheersbeestje is. Ik denk wel dat het prototype kind daar al te oud voor is en zich dus ergert aan die sticker – ma-ham, dat weet ik toch al lang. Het lieveheersbeestje had dus lager moeten sterven om na zijn dood nog van nut te zijn. Maar dan was hij nooit zo plat geworden, want daar zat geen klink.

Alsnog dood

Dat er na het schilderen steeds vliegjes vast komen te zitten in de verf. Dat ik dan baal dat mijn verf daardoor niet perfect meer is, maar heus wel weet dat het erger is voor hen. Dat ik, als ze nog blijken te leven dan moet ingrijpen van mezelf, met nog ergere schade aan de verf tot gevolg. Maar ik kan ze ook niet laten verhongeren. Dus moet ik ze bevrijden en hopen dat ze het op eigen kracht redden, want hun pootjes schoonmaken met terpentine lukt niet. Maar vaak plet ik ze dan alsnog, met een echte verlies-verliessituatie tot gevolg: het kozijn is een zootje en het vliegje is alsnog dood.

Gokken en bijstellen

Dat mijn hond de laatste weken ineens in de keuken ligt, en ik niet begrijp waarom. Is dit tijdens de hittegolf begonnen omdat het daar toen koeler was, en beviel dat vervolgens dusdanig goed dat hij besloot er een structurele ligplek van te maken? Moet ik er nu ook een kussen neerleggen, zo voor de vaatwasser, of verpest ik de plek daarmee juist?

Dat ik mijn dieren nooit volledig begrijp, het blijft altijd gokken en bijstellen.

Relatief geen haren

Dat er geen haren meer op mijn jasje zaten toen ik wegging. Ik probeer daar altijd wel op te letten, omdat niet iedereen zo van katten houdt als ik. Maar dat ik toen ergens aankwam en ineens toch nog allemaal haren zag. Die moesten er thuis toch ook al hebben gezeten. Misschien is het omdat de context anders is, dat er thuis relatief inderdaad geen haren meer zaten, maar we het nu, in deze dierloze omgeving, ineens absoluut bekeken?

Opblijven

Dat ik een vrij ascetisch weekje achter de rug had. Ik had geen optredens en mijn vriend was op een congres, en dat resulteerde er blijkbaar in dat ik vroeg naar bed ging en daarna steeds vroeg opstond om te schrijven. Dat ik toen bijna vergat hoeveel ik eigenlijk van opblijven hou. Gisteren realiseerde ik het me ineens weer, toen ik het deed. Meteen kwamen er allemaal herinneringen boven van dat ik vroeger ook altijd op wilde blijven. Als er dan een vriendinnetje kwam logeren was ik zo beledigd dat zij op een gegeven moment, na heel lang kletsen, liever wilde slapen dan nog meer kletsen – als ik eraan terugdenk voel ik het nóg. Of op schoolkampen, dan kon ik hele nachten doorgaan, en snapte ik niet waarom je ooit nog zou willen slapen. Je moet zulke voorliefdes wel een beetje onderhouden, anders vergeet je wie je echt bent. Dat ik vanochtend weer eens met chips heb ontbeten, dat was ook lang geleden.

Eigenlijk

Dat ik een tijdschrift las en er helemaal onderaan de bladzijde een heel klein rondje stond met een advertentie erin die erg op mij van toepassing was (biologisch katoenen dekbedovertrekken). Dat ik toen heel even dacht dat het een gepersonaliseerde advertentie was, maar me meteen daarna realiseerde dat dat niet kan omdat ik (voor zover ik weet) geen Google glasses draag. Als iemand mijn bril ongemerkt heeft verwisseld zou het wel kunnen, en dan vind ik het knap dat ze dat rondje zo precies konden vervangen. Dan ben ik wel benieuwd wat er eigenlijk in dat rondje stond. Of heeft iedereen ongemerkt die glasses gekregen en bestaat er dan geen ‘eigenlijk’ meer?

Rolriem

Dat iemand wederom aan mij vroeg waarom ik niet in Amsterdam woon. Maar dat deze persoon het niet vroeg als oordeel, om lekker boven mij te gaan staan, maar als echte vraag. ‘De stad staat je goed’, zei hij. Ik was het daar wel mee eens, ik had ook een leuke regenjas aan en een beetje make-up op, ik kon de stad aan die dag. Dat ik me soms ook wel afvraag hoe het is om daar echt te wonen, met die drukte en hoe mijn hond daar dan tussen past. Dat hij dat waarschijnlijk helemaal niet zo leuk zal vinden, om zo op te moeten letten waar hij loopt. Hij heeft de rolriem het liefst op zijn langst, en dat hij dan zelf zo veel mogelijk keuzes kan maken. Maar daar houden voorbijgangers dan weer niet zo van. Die willen zelf een oneindige rolriem en dat is nou eenmaal geen goede match.

Prullenbak

Dat er een man voorbij liep en ik me afvroeg of het een zwerver was. Ik weet niet precies waar ik dat aan dacht te zien. Hij liep een beetje raar, met zijn hoofd iets te veel naar voren, het zat net een beetje voor zijn romp. Zijn kleren waren een beetje smoezelig maar niet extreem, net als zijn huid. Hij vertoonde verder geen zwerversactiviteiten, dus misschien was het ook gewoon een huisvader op weg naar de trein. Dat ik toen wel besefte dat er een behoorlijk grote groep mensen is van wie het me niet zou verbazen als ze ineens in een prullenbak gaan graaien.

Muziek

Dat ik in de supermarkt getuige was van een soort mini-ruzie tussen een vrouw die de zegels van de andere klanten ook wilde hebben en een jongen met harde muziek uit zijn tas die daar een grapje over probeerde te maken. Dat het grapje nergens op sloeg, en de jongen toen concludeerde dat die vrouw geen ‘sense of humor’ had. Dat ik daar ook van overtuigd was, maar het niet eens was met zijn argumenten om tot die conclusie te komen, en de muziek van mij ook wel wat zachter mocht.

Archief